De
romp van de P-8's wordt gemaakt door het Amerikaanse bedrijf Spirit AeroSystems.
Gebruikers
De P-8 is/komt in dienst bij:
0. Totaal
1. Verenigde Staten
2. Australië
3. Groot-Brittannië
4. India
5. Noorwegen
6. Saudi-Arabië
7. Zuid-Korea
0.
Totaal
Gebruiker |
Aangeschaft |
Verenigde
Staten |
|
Australië |
12+3 |
Groot-Brittannië |
9x P-8A |
India |
12x
P-8I |
Noorwegen |
5x P-8A |
Saudi-Arabië |
4-6x
P-8A |
Zuid-Korea |
6x P-8A |
1. Verenigde Staten
De Amerikaanse Marine geeft aan een behoefte te hebben
aan 117 toestellen. Daarvan wil de USN er in haar 5-jaren plan (opgesteld
feb-2008) 37 geleverd hebben:
- 0 in 2009
- 6 in 2010
- 8 in 2011
- 10 in 2012
- 13 in 2013
2014
Op
14 Juni 2004 werd Boeing gecontracteerd voor de productie van 8 P-8 Poseidon
testvliegtuigen. Hiervan
zijn 6 vliegtuigen voor flight-testing en 2 voor ground-testing.
2013
In oktober 2013 werd de 12e P-8 geleverd.
2012
In
September 2012 kreeg Boeing een order voor 11 P-8 Vliegtuigen.
In Maart 2012 leverde Boeing de 1e P-8A aan de Amerikaanse Marine. In
november 2012 werd het vijfde vliegtuig geleverd.
2011
In Januari 2011 kreeg Boeing een order om te beginnen met de Low-rate
Initial Production (LRIP) voor 6 P-8 vliegtuigen.
In November 2011 kreeg Boeing een order voor 7 P-8A vliegtuigen.
3.
Groot-Brittanië
Het VK bestelde bij de Amerikaanse overheid 9 P-8
Psoeidons. De eerste is geleverd is in oktober 2019 geleverd aan de Britse
Luchtmacht. De P-8's worden gestationeerd bij het 120 squadron op vliegbasis
Lossiemouth.
4. India
In 2009 besloot India om 8 P-8 maritieme vliegtuigen te kopen voor de
Marine voor een bedrag van 2.1 miljard dollar. De eerste zal worden geleverd
in 2013 en de 7 andere vliegtuigen in 2015. India is hiermee de eerste
export klant voor de P-8.
Op 25 november 2014 werd de 6e P-8I geleverd.
Op 22 November 2013 werd de 3e P-8I geleverd.
In December 2012 leverde Boeing de 1e P-8I aan India.
Specificaties
Algemeen |
|
Type |
P-8 |
Populaire
benaming |
Poseidon |
Versies |
P-8A,
P-8I |
Prototype |
|
Projectnaam |
|
Ontwerp
organisatie |
Boeing
|
Belangrijkste
secundaire ontwerp organisaties |
Northrop
Grumman, Raytheon, CFM International, GE Aviation, Spirit Aerosystems
|
Productie
organisatie |
The
Boeing Company, Seattle, VS |
Primaire
taak |
Onderzeebootbestrijding
en oppervlaktebestrijding |
Categorie |
narrow-body
vliegtuig |
Bijzonderheden |
|
Lengte |
39.47
meter |
Hoogte |
12.83
meter |
Spanwijdte |
37.64
meter |
Vleugeloppervlakte |
|
Vleugelslankheid |
|
Pijlstelling |
|
V-stelling |
|
Prestaties |
|
Motoren |
2x CFM56-7B
turbofan |
Vermogen |
27,000
pond per motor |
Gewicht
(leeg) |
|
Gewicht
(start, maximaal) |
85,820
kg |
Gewicht
(landing, maximaal) |
|
Vereiste
baanlengte (start) |
|
Vereiste
baanlengte (landing) |
|
Kruissnelheid |
|
Maximum
snelheid |
907
km/h |
Plafond |
13 km
/ 41,000 ft |
Maximum
vliegafstand |
7,242
km |
Inhoud
brandstof tank (Max. trip fuel) |
|
Bijtankcapaciteit
(ATAR) |
|
Passagiers |
|
Vracht
capaciteit |
|
Equipment |
|
Bewapening |
Combinatie
mogelijk van:
- Torpedo's
- Kruisraketten
- Bommen
- Mijnen
- AGM-84 Harpoon |
Maximum
wapengewicht |
|
Maximum
G bestendigheid |
|
Radar |
AN/APY-10
(Raytheon) |
Sensoren |
|
Avionica |
Link
11
Link 16 |
Type
flight controls |
|
Landingsgestel |
|
Gebruik |
|
Geproduceerd |
100
(April 2018)
9 (April 2011) |
Bemanning |
9 |
Kosten |
205
miljoen dollar (FY 2012)
218.9 miljoen dollar (FY 2014) |
Levensduur |
|
Eerste
vlucht |
25 April
2009 |
Eerste
levering |
4 maart
2012 |
Operationeel
sinds |
|
Vervanger
van de |
P-3
Orion |
Vervangen
door |
n.v.t. |
Vergelijkbaar
vliegtuig |
|
Gebruikers
(voorheen en tegenwoordig) |
Verenigde
Staten, Australië, Groot-Brittannië, India, Noorwegen, Saudi-Arabië,
Zuid-Korea |
Voornaamste
gebruikers |
Amerikaanse
Marine |
Amfibisch
gebruik |
Nee |
Status |
In productie,
in gebruik |
|